"Bon Camino".

St.Pied-de-Port - Burgos

Vanuit St.Jean-Pied-de-Port verlaten we Frankrijk en steken we na acht kilometer de grens over naar Spanje. Het is bewolkt en vochtig. Van uit de camping is direct klimmen geblazen, eerst gestaag en dan al snel wordt het steiler zo`n 7 tot 9 % volgens het begeleidend boekje. Het voelt meer, maar dat zal wel tussen de oren zitten.

We beklimmen de “Alto Ibañeta” ofwel de Roeland pas. Op de camping hebben we al veel over deze pas gehoord en het lijkt erop dat dit het zwaarste gedeelte van de gehele tocht zou kunnen worden. Het is meer dat dit de eerste echte grote klim is die direct na vertrek begint. Dit maakt dat het een nogal stevige begin is van de route door Spanje Ook de andere fietsers op de camping kijken tegen deze beklimming aan.

06

Beklimming Roeland Pas

Na 27 kilometer klimmen bereik je de top van de Roeland pas op een hoogte van 1057 meter. Dit hoogte getal valt wel wat tegen, het voelt namelijk veel anders. We zijn zelfs gestopt met het tellen van de bochten. Je moet in ieder geval wel een goede fiets conditie hebben en niet pas beginnen met je tocht in St.Pied-de-Port

Boven op de Roelandpas staat een klein monument ter nagedachtenis van Ro(e)land, de trouwe paladijn van Karel de Grote, die hier gesneuveld zou zijn. Naast die monument staat een moderne kapel.

Na een afdaling van een kleine kilometer doemt het historische klooster van Roncevalles op tussen de bossen en in ons geval uit de mist of lage bewolking. De gebouwen ogen wat somber, maar het is wel indrukwekkend.

Vroeg in de 12e eeuw werd het hospitium opgericht door de bisschop van Pamplona. Het bied sindsdien onderdak en verzorging aan pelgrims, die er vanwege de doorstane ontberingen drie dagen mochten blijven. Wij kamperen achter het gebouw voor één nacht. Het waait hier wel hard en het is door de bewolking waar we in zitten nogal koud. We genieten in het zeer kleine dorpje van een gezamenlijke pelgrims maaltijd. Dit is een gezamenlijke maaltijd van drie gangen andere met wandelaars en fietsers voor €10.- . We gaan dit onderweg nog vaker tegen komen. De pelgrims maaltijd.

Door het vochtige weer en de mist zijn we behoorlijk afgekoeld en achteraf hadden we beter verder kunnen afdalen naar een camping 5 kilometer verder in de afdaling. Daar scheen namelijk de zon en was het Spaans warm in tegenstelling tot de harde wind en bewolking waar wij in zaten. Ach ja, hoort ook bij de pelgrimage.

Het is wel een ludieke plaats om te kamperen, maar niet erg verstandig in deze weersomstandigheden.

07

Klooster Roncesvalles.

De volgend morgen zijn we vroeg op en willen dit troosteloze oord wel verlaten. De afdaling in dit vroegere koninkrijk van Navarra is niet van lange duur. In Espina begint weer een klim (eigenlijk een klimmetje) naar da “Alto de Mezquiriz” op 922 meter met een afdaling in het dal van de “Rio Erro”.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De hoofdroute gaat via Pamplona, maar wij volgen het dal van de Rio Erro. Dit bleek achteraf een zeer goede keuze te zijn geweest. Het is redelijk vlak, ontzettend mooi en rustig. Een ideale fietsomgeving.

Het wordt in het dal wel steeds warmer en de natuur veranderd in een droog en dor landschap. Langs de Rio Erro is er wel veel groen, maar zodra je de rivier verlaat wordt het dor en droog. We hadden dit nog niet zo snel verwacht na de groene en natte hellingen van de Roeland pas.

Het doel van deze dag is de camping in “Punta la Reina”. Er is een supermarkt voor je aan de korte steile klim naar de camping gaat beginnen. Dit is één van de twee beklimmingen die we gedeeltelijk moeten lopen, omdat hij te steil is om te fietsen. Het is hier erg warm en de grond lijkt wel van beton zo droog en hard.

We ontmoeten hier weer een paar fietsers die we eerder ook al eens tegen zijn gekomen. Die gene die door Pamplona zijn gefietst hebben verhalen die wij gelukkig niet hebben mee gemaakt. Een goede keuze door het dal fietsen. We kunnen dit iedereen aanraden.

10a

Op weg naar de camping van Estella.

We zijn vroeg op om niet op het heetst van de dag te hoeven fietsen. We vervolgen de route over glooiende wegen richting Estella. Dan onverwachts een paar harde tikken door het frame van onze trouwe tandem. Geen idee wat het is, maar na de problemen met onze Rohloff naaf is dit het eerste waar we aan denken. Naaf weer stuk.

We komen Chris en Karin tegen in Estella en die stoppen direct om ons te helpen. We besluiten om hier de camping maar op te zoeken en kijken of we de tandem kunnen repareren. Na wat verstellen aan de naaf bleek dit geen soelaas te bieden. Het zit dus niet in de naaf.

Chris kwam er achter dat het weleens aan de spaken zou kunnen liggen. Die hebben nogal wat te houden met een bepakte tandem. Dit bleek een schot in de roos. We hebben alle spaken aangespannen en de harde tikken horen tot het verleden. Dus de middag hebben we ons maar wat vermaakt in het zwembad om de volgende morgen weer met frisse moet verder te gaan.

Na een ontspannen nacht gaan we weer verder om eigenlijk al na een paar kilometer te stoppen bij Monasterio de Irache. Dit is voor de “Camino”een bekende pleisterplaats die de meeste pelgrim gangers aandoen. Niet alleen voor het net buiten Ayequi aan de flank van de Monterjurra liggende klooster Sta.Maria la Real de Irache. Wat één van de oudste kloosters is van Navarra. Maar het plaatselijke wijnbedrijf laat hier door pelgrims gratis water en wijn tappen uit de muur. Voor het thuisfront staat hier ook een webcam. We kunnen er bij vermelden dat het een uitstekende wijn is en geen rommel.

Na het bevoorraden van de wijn en een goede bak koffie gaan we verder met een lichte klim. En ja hoor, het tikken van de velg begint weer. Nu is het voorwiel wat zich laat gelden. Gelukkig weet ik nu waar het aan licht en hoe ik het op moet lossen. We fietsen dus ontspannen door naar Logroño. Chris en Karin arriveren hier een uurtje later ook op de camping. We besluiten om gebruik te maken van de B.B.Q. die hier inclusief de brandstof staat.

Na Logroño volgt een ware klim dag. Eerst moeten we door de stad, maar dat gaat wonderbaarlijk eenvoudig. De Camino staat goed aangegeven en als je al het lef hebt om een andere route te rijden wordt je door de mensen hier direct de goede weg op gedirigeerd. Super!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Het wordt buiten de stad direct druk met wandelaars die hier een gedeelte dezelfde route volgen. Het is het gebied van de Rioga en we passeren ook de stier die het kenmerk van deze wijn is. Het is een mooi gebied met vele wijngaarden en het is er droog, erg droog zelfs.

Het terrein is glooiend, nooit vlak, maar ook niet zwaar. Het is goed te doen en we schieten dus ook goed op. Het is eigenlijk best wel genieten zo`n pelgrimage. De volgende stop is St. Domingo. We gaan hier naar de camping die veel voorzieningen heeft volgens het route boekje. Dit blijkt te kloppen, er zit alleen een kleine maar aan. Het zwembad is dicht, het restaurant is dicht, de winkel is dicht, de natte ruimte is wel open en voor deze streken van een zeer goede kwaliteit.

28a

Beklimming naar de hoogvlakte voor Burgos

De volgende stop is Burgos, dit is net als St.Jean-Pied-de-Port een mijlpaal in de route. Na Burgos volgt het finale stuk van de route. Onze oude trouwe tandem is weer tik vrij en dat voelt ook erg prettig. We vertrekken vroeg vandaag van wegen de hitte denken we. Het is de hele morgen bewolkt, dus met de warmte valt het eerst wel mee. Maar als de bewolking is verdwenen wordt het goed warm, erg warm dus.

Het is weer een klim dag. De beklimmingen worden al langer en het lijkt of dit niet te merken is in de afdalingen. Deze blijven even kort voor het gevoel. We klimmen eigenlijk naar een hoogvlakte waar we de aankomende dagen overheen zullen fietsen.

Het eerste gedeelte vandaag was wel wat aan de saaie kant met lange wegen en eindeloze graanvelden. Later wordt de natuur ruiger en interessanter, voor ons dan. Het wordt dan wel meer klimmen, maar het slot akkoord is weer geweldig.

We krijgen een afdaling tot aan de camping van Burgos. De camping is groot en we komen hier weer veel fietsers tegen die we onderweg ook al eens ontmoet hebben. We besluiten om met z`n allen te gaan eten in het restaurant van de camping.

Burgos - Santiago

"Santa Maria" Kathedraal van Burgos, toegewijd aan de maagd Maria.

De bouw van de Onze-Lieve-Vrouwe Kathedraal van Burgos begon in de 13e eeuw – hetzelfde moment waarop de grote kathedralen van het Île-de-France werden gebouwd – en voltooid in de 15e en 16e eeuw. De hele geschiedenis van de gotische kunst wordt samengevat in deze prachtige architectuur en unieke collectie kunstwerken, waaronder schilderijen, koorgestoelte, retabels, graven en glas-in-loodramen. De Kathedraal van Burgos met zijn kerk, klooster en bijgebouwen heeft een aanzienlijke invloed uitgeoefend op de evolutie van de architectuur en beeldende kunsten. Het gebouw getuigt van het creatieve brein van vele architecten, beeldhouwers en ambachtslieden.

  • Santa Mariakathedraal: de gotische kathedraal is drieschepig, heeft dwarspanden, veel kapellen en een zware vieringtoren uit de 16de eeuw. Er steken acht rijk versierde torentjes boven uit. De monumentale westgevel heeft twee klokkentorens met opengewerkte spitsen met zaagvormig profiel. Aan de noordzijde bevindt zich de escalada dorada of gouden trap uit de renaissancetijd. Het portaal van de Sarmental (rechter kruisbeuk, het kloosterhof ligt er tegen aan) is goed bewaard. Het beeldhouwwerk in de timpaan is zeer realistisch. Jezus onderricht er de evangelisten en de apostelen. Via een lange trap tussen sacristie en kloostergang komt men er. In de kathedraal zijn veel kunstwerken, grafmonumenten, o. a. van “El Cid”, retabels en een fraaie koorstoel. De kapel 'del Condestabele' is achthoekig, heeft acht kleine spitse torens en een rijke wandversiering. Het grafmonument van El Cid Campeador, de bekendste zoon van Burgos, en Doña Jimena bevindt zich onder het koepelgewelf. De hekken tussen transept en koor bestaan uit prachtig smeedwerk. De notenhouten stoelen van de koorbanken zijn alle verschillend en zijn voorzien van palmhouten inlegwerk.
  • Provinciaal Archeologisch Museum: in het Casa de Miranda, Calle de la Calena, 29, ingang Calle de Miranda 13, bevindt zich het Provinciaal Archeologisch Museum, een van de rijkste van Spanje. Er bevinden zich Spaans-Romeinse grafzuilen en Westgotische en Moorse sarcofagen.

Vanaf Burgos gaan we met de laatste etappe voor ons gevoel. Volgens het boekje krijgen we drie klimmetjes van een paar kilometer te verwerken en dat zal dan allemaal wel meevallen. Eerst fietsen we dwars door Burgos en we stoppen uit ter aard bij de beroemde “Santa Maria” kathedraal van Burgos om een stempel te scoren. Edoch niets is minder waar. Geen stempel en om de kathedraal in te mogen moet flink betaald worden. Dat doen we dus niet. Het stempel halen we dan maar bij de V.V.V. die een stuk makkelijker te benaderen zijn dan de priesters.

We fietsen nu door een dor en droog landschap met vele graanvelden. De dorpjes die we passeren lijken wel verlaten. Het is bijna een desolaat gebied. Toch heeft het ook wel een bijzondere aantrekkingskracht. De stilte is hier bijna hoorbaar. Zouden we als we thuis zijn ook profijt hebben van deze hoogte stage?
Omdat er niet overal gelegenheid tot kamperen is zijn de routes die we fietsen niet altijd even lang.

“Calle de los Pelegrinos” is het bordje dat we tegen komen bij San Antón aan het einde van het schaduwrijke dal waar we door fietsen. De weg loopt onder de bogen van de vroegere Abdij “San Antón”. Rechts in de muur zitten twee nissen, waarin verlate Compostella pelgrim gangers vroeger brood en wijn aantroffen. Wij hebben de nissen gecontroleerd en we waren of te vroeg of men is met deze traditie gestopt.

Het dorpje is erg klein en we zijn welkom op de camping. De grond is hier door de droogte weer te hard voor onze haringen, maar gelukkig kunnen we een hamer en een priem lenen van onze buren. De camping gasten komen vrijwel allemaal uit Nederland en dat verbaast ons. Dit is echt een verlaten gebied, dus wat zoeken ze hier zou je denken. Het blijkt dus achteraf een aanbieding van de A.N.W.B. te zijn en deze camping wordt gebruikt als doorreis camping.

"Calle delos Peregrinos"

Vandaag is het doel het dorpje Castrojeritz. De wegen zijn over het algemeen goed te fietsen, hier en daar kom je een stukje gravel weg tegen maar dit is goed te doen. Het is droog en het heeft hier al tijden niet meer geregend.

10

Oude Romeinse weg "La Parva"

We vervolgen onze tocht, die voorlopig eerst redelijk vlak is. We gaan over de “Tierra de Campos”. Er staat een waarschuwing in de beschrijving dat je voldoende eten en drinken mee moet nemen tijdens dit gedeelte van de tocht, de eerste 40 kilometer is er weinig of niets te krijgen. Dit geld voornamelijk voor de wandelaars denken wij.

Je kan de N120 nemen, dit is een goed te fietsen asfalt weg, maar wij nemen het authentieke tracé van de weg, de “La Parva”. Het is een oude Romeinse weg die goed te fietsen met niet al te smalle banden. Het grind is goed ingereden en ten tijde dat wij er waren was het droog, zoals meestal op deze hoogvlakte.

Het was voor ons niet een echt zwaar gedeelte, het weer was ons zeer gezind. Het was zwaar bewolkt en de temperatuur zo rond de 20 °C. Dat zijn in dit woestijn achtige gedeelte ideale omstandigheden. Als we op de tocht terug kijken was dit eigenlijk één van de eenvoudigste etappes.

Het traject tussen Sahagún en Hospital de Orbigo gaat door een vrijwel vlak gebied, af en toe een lichte helling, maar daar blijft het dan ook bij. De laatste 30 kilometer is wat meer glooiend, maar echt klimmen dat weer niet. Het is een dor en droog gebied en het kan er erg warm zijn en er is weinig beschutting.

Als we dan na een lange fiets dag arriveren in Hospital de Orbigo is het er druk. Weinig mogelijkheden om te overnachten. Wij mogen bij kennissen die we in Burgos ontmoet hadden op het veldje staan als bij tent. Dit is ons geluk, want anders hadden we nog een behoorlijk stuk verder moeten fietsen.

Er zijn in Hospital de Orbigo middeleeuwse feesten, waar mensen verkleed zijn als ridders, marskramers enz. Het is er gezellig druk en voor ons is het een leuke afwisseling. De ridderfeesten zijn pas een dag later, maar daar zullen wij niet bij zijn, wij gaan morgen weer verder. Het is ondanks het feest in de nacht rustig op de camping en we kunnen goed slapen.

Vanaf Hospital de Orbigo gaat het echte werk weer beginnen, we krijgen nu de grote beklimmingen voor de wielen. Eerst is het wat heuvelachtig, maar dan komt de “Cruz de Ferro”. Dit is een stevige klim waar je wel een paar uur voor uit moet trekken. De vergezichten zijn spectaculair.

Vanuit Rabanal klimt de weg gestaag naar het grote pelgrims kruis op de top van de “Cruz de Ferro”. Het berglandschap wordt nu ruiger en kaler, met kleine taaie struikjes en stug gras. Het is al een wonder dat ze in dit klimaat op de kale rotsachtige grond kunnen overleven.

De ‘Cruz de Ferro” is een eenvoudig ijzeren kruis bovenop een boomstam. De pelgrims leggen hier een steen aan de voet om zo symbolisch hun zorgen en verdriet af te leggen. Het is in de loop van de tijd een aanzienlijke berg ontstaan. Op den duur zal men denken we het kruis wel bereiken zo.

Na een korte afdaling van een meter of 50 kom je uit bij “Manjarin”, een vervallen dorp. Vroeger stond hier een kerkje met een pelgrimshospital. Er staat nu bij de bron een geïmproviseerde bar / alberque. Dit is opgericht door een zeer betrokken groep uit Ponferrada die zich Tempeliers noemt. Wat het ook zij het is een kleurig geheel en de mensen die er zijn willen alles over onze reis en natuurlijk de tandem weten.

Na we later horen wordt er regelmatig door andere fietsers navraag gedaan of de tandem al is gepasseerd. Onbewust zijn we dus een soort vast gebeuren op de route geworden.

Top van de “Cruz de Ferro”

"Manjarin"

78

Na Manjarin volgt een zeer spectaculaire afdaling, met veel scherpe steile bochten. Ik vond dit geweldig, mijn stoker iets minder. Je moet wel de nodige fietstechniek bezitten om deze afdaling goed te kunnen aanpakken. We hebben menigeen ingehaald, die het blijkbaar maar niets vonden. Dat is natuurlijk ook helemaal goed, je moet altijd je eigen veiligheid in de gaten houden. En voor elke goede afdaler is weer een betere.

Na deze lange afdaling rijden we Ponferrada binnen. We gaan op zoek naar de refugio, waar we volgens onze gegevens ook zouden kunnen kamperen. Edoch niets is minder waar, we mogen wel op een braakliggend terrein achter de refugio gaan staan als we dat zouden willen. Dit leek ons niets, dus we hebben in één van de mooie kamers overnacht. In tegenstelling tot de meeste refugio’s zijn hier geen slaapzalen, maar vier persoons kamers. Top. Het is wel zo, dat je om 06.00 uur geacht wordt je bed te verlaten en voor 07:30 het pand.

Na de lange klim dag van gisteren volgt vandaag de “Cebereio”, ook een lange klim. Gelukkig zijn we vroeg vertrokken en kunnen we rustig warm fietsen. De eerste 20 kilometer is redelijk vlak. Dan de klim, die is de eerste helft meer dan eenvoudig. Je fietst over de oude weg waar vrijwel geen verkeer is. Het is een gestage klim die niet al te steil is. Dit gedeelte van eenvoudig klimmen is ongeveer een kilometer of 18. Dan komt het echte karakter van de Cebereio om de hoek. Zeker zo steil als de Cruze Ferro en het was warm, erg warm.

De laatste 15 kilometer van de klim vallen ons zwaar, maar aan alles komt een eind, zo ook aan de klim. Het tweede gedeelte van de klim is vergelijkbaar met de klim naar de "Roeland pas". Boven aangekomen wacht ons een verrassing. Er is een restaurant waar we ons te goed kunnen doen aan cola en een grote frisse salade. Na het oude dorpje op de top nog even bezocht te hebben gaan we aan de lange afdaling beginnen.

Het dorpje "Cebrerio"

Tenminste dat hadden wij voor ogen. Het boekje niet goed gelezen dus. Er volgt en korte afdaling en dan weer een klim naar het nog hoger gelegen “Alto de Poio”. De beloning is het overigens meer dan waard, het uitzicht is hier manjefiek. Er staat hier op de top weer en standbeeld van een pelgrim.

Dan komt de lange afdaling die een stuk eenvoudiger is dan die van de Cruz de Ferro. Hij is minder steil en loopt vloeiender. Aan de voet ligt het dorpje Sarria, waar een camping aanwezig is. De camping heeft ook een goed restaurant en we laten ons een goede maaltijd voorzetten na een zware dag fietsen. Volgens ons idee is het nu nog vals plat naar beneden om in Santiago de Compostella te komen.

We mogen op deze camping in het bos staan, het veld is eigenlijk voor caravans. We staan met drie tentjes in het bos en zijn de enigste bezoekers van de camping, maar goed als dit de regel is dan is dat maar zo. Komt achteraf wel goed uit, want in de nacht gaat het stevig waaien en regenen. Wij staan dus mooi beschut.

Na het vertrek van deze camping voelen we beiden de bergen van de laatste dagen in de benen zitten. We houden het dus maar bij een korte tocht en fietsen naar het plaatsje Melide. De route is niet zoals wij verwachte vlak of vals plat naar beneden, in tegendeel zelfs. We krijgen nog een paar stevige klimmetjes waar we niet op gerekend hadden. In Melida gaan we naar Alberque “San Antonia”. We kunnen de fiets in de tuin parkeren, maar moeten hiervoor dwars door de gang en de eetzaal. Wel wat apart, maar goed we doen het zo.

Dan de laatste fietsdag, wat moet je er van zeggen. We fietsen vrijwel direct verkeerd en maken dus onze eigen route richting Santiago de Compostella. We fietsen een kleine 10 kilometer om voor we weer op de route komen. Ook de laatste dag is toch vrij veel klimmen, niet lang 1 tot 2 kilometer en dan weer afdalen. Je voelt het wel. We zijn erg bezig met het einde van de tocht. Vijf weken fietsen en ineens is het de laatste dag, wel raar. Maar we hebben verhalen, erg veel verhalen.

Als we dan eindelijk Santiago in fietsen is er de laatste klim naar de oude stad en die is steil, te steil om te fietsen, dus als beloning nog een paar honderd meter lopen met de bepakte fiets tegen de helling op naar het centrum.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Resumé

Het was een unieke fietstocht, die ons zeker nog lang zal heugen. We hebben weer veel goede en mooie mensen ontmoet met elk hun eigen verhaal. We hebben genoten van alle aspecten van deze tocht.

De deceptie is eigenlijk de terug reis met het vliegtuig, ruim vijf weken fietsen heen en binnen twee uur sta je weer in Nederland.
Niemand die je meer aanspreekt met het “Bon Camino”

Bon Camino